
Had ik het maar nooit gedaan
Ik kom niet vaak genoeg bij het graf van mijn moeder. Vier jaar is ze nu dood. Ik zou vaker moeten gaan, de boel goed schoon houden, want dat vond ze belangrijk.
Ik kom niet vaak genoeg bij het graf van mijn moeder. Vier jaar is ze nu dood. Ik zou vaker moeten gaan, de boel goed schoon houden, want dat vond ze belangrijk.
Laatst vond ik oude schoolrapporten terug. Eentje is van de tweede klas lagere school. “Luuk mag over!” stond er onder, maar “schrijven is nog steeds een probleem!(pje!)”
Hier Koelman, wederom vanuit de Verenigde Staten. Mijn helikopterpiloot heet Bill. Hij gaat me door de Grand Canyon vliegen. Een 1600 meter diepe kloof waar over de bodem de Colorado River stroomt. Het is even wapperen met de creditcard, maar dan heb je ook wat.
In het vliegtuig had ik als voorbereiding twee Die Hard-films met Bruce Willis gekeken. Ik had er zin in. Vier volle weken figureren in een goedkope B-film, heerlijk!
Lekker tegen elkaar aan schuren. In mijn tijd heette dat schuifelen. Oh, hoe spannend dat was! Ik kan me één schoolfeest herinneren waar enkel schuifelplaatjes werden gedraaid.
"O ja," knikt mijn vader. Hij veegt het zweet van zijn voorhoofd. "Nu begrijp ik het."
"Sla linksaf", klinkt het plots. En jawel hoor, als door een mug gestoken, geeft mijn pa een stoot gas. Linksaf door rood. Een meisje met een suikerspin rent voor haar leven.