Prince snapt het, Plasterk niet
Prince is een webpionier. Hij was in 1997 de eerste popartiest die via internet zijn muziek ging verkopen. Nu zet hij zijn website achter een abonneeslot.
Prince is een webpionier. Hij was in 1997 de eerste popartiest die via internet zijn muziek ging verkopen. Nu zet hij zijn website achter een abonneeslot.
Een filmpje van Google: Time Square, New York. Een interviewer en een cameraman. De interviewer spreekt lukraak passanten aan. Of zij weten wat een browser is?
Ken Stanborough uit Liverpool heeft een iPod Touch gekocht voor zijn dochtertje. Het apparaat is echter geen lang leven beschoren. Ken laat de iPod vallen. Wanneer hij het apparaat opraapt, maakt het een sissend geluid.
Geen nieuws is ook nieuws. Daarom valt over Steve Jobs altijd wel iets te melden. Zo konden we de afgelopen weken delen in de tijding dat de CEO van Apple nogal eens winden laat op kantoor.
Elke uitzending van Knevel & Van den Brink eindigt met Twitter. We zien een animatie van Andries Knevel met boven zijn hoofd een reusachtig mobieltje. De boodschap: beide EO-coryfeeën zijn ook te volgen via Twitter.
Iedereen is zoekende. Waarnaar? Niemand die het weet. Het probleem is bekend. De oplage van betaalde kranten krimpt jaarlijks met drie tot vijf procent. Er lijkt geen houden aan. De adverteerders zijn al vertrokken. Allemaal de schuld van internet, wordt geroepen. Onzin. Kranten helpen zichzelf om zeep.